Home | Contact | Mijn account | RSS | |
|
Sprekers NVLV themadag 6 oktober 2011 - Peter VanhoofDe bovenwereld van de bijen en de onderwereld van de wormen: is er een relatie?In mijn bijdrage ga ik in op de situatie van zowel de bijen als de wormen. Op het eerste gezicht hebben beide weinig met elkaar te maken. Maar wie hier verder over nadenkt, ontdekt dat beiden indicatoren zijn voor de biologische kwaliteit van respectievelijk de bodem en het plantenleven. Als het met beide indicatoren slecht gaat in onze huidige landbouw, dan moeten we ons afvragen of deze landbouw wel zo gezond en "normaal" is. Sinds von Liebig en Pasteur veranderde de traditionele op praktijkervaringen gebaseerde landbouw naar een modern op "objectieve wetenschap" gebaseerde productiemethode, waarin geen plaats meer bleef voor de natuurwetten van het Leven. De hoofdzaak werd: sterke levensvormen (schimmels, bacteriƫn, insecten, onkruiden) doden om verzwakte levensvormen (cultuurgewassen, dieren) in stand te houden, eventueel door genetische manipulatie. De natuurlijke voedselkringloop wordt hierdoor verbroken. In de Natuur geldt de wet van het Leven: zoveel mogelijk laten leven en wat niet levensvatbaar is laten opeten door andere sterkere levensvormen. Steeds wordt het Leven gestimuleerd. In deze context moeten we elke plant of dier, dat ziek is beschouwen als weinig levensvatbaar. De Natuur toont ons dat door het optreden de opruimploeg in de vorm van ziekten, parasieten of roofdieren. Hun massaal voorkomen, is een biologisch bewijs van de slechte conditie van het slachtoffer. Als landbouwer kunnen we ervoor kiezen om gebruik te maken van krachten uit de Natuur, in plaats van er tegen te vechten. Als elke schakel in de voedselkringloop gezond is, functioneert het geheel zoals het hoort. We kunnen toestaan dat zwakke planten of dieren geconsumeerd worden door andere levensvormen. Het is de kunst en de roeping van de boer ervoor te zorgen dat zijn bodem, planten en dieren betere ontwikkelingskansen krijgen als die andere levensvormen. Bioelectronische metingen kunnen een goed hulpmiddel zijn, om de algemene toestand van elke schakel in de voedselkringloop te beoordelen. Bovendien geven ze ons de mogelijkheid om de evolutie van milieuwaarden na een ingreep te beoordelen en eventueel in de goede richting bij te sturen. Zo kan de natuurlijke voedselkringloop stap voor stap op een gerichte manier weer hersteld of gesaneerd worden en wordt de opruimploeg werkloos. |
|
|||||||||||||
|
|
|